U kunt aan allerlei maatregelen gedacht hebben om de rolstoeltoegankelijkheid te bevorderen, maar als u ze onvoldoende kenbaar maakt of onzichtbaar doet, worden ze moeilijk herkend of niet gevonden en vaak ook te weinig benut.
Een voorbeeld van onduidelijkheid over een getroffen voorziening is het bordje dat bij de trappen van de toegang tot het NS-Station Utrecht hangt. Althans, als u het ontdekt. Want voor een rolstoel-bezoeker die naar de entree toerijdt, is het enige dat zichtbaar is, het trappenhuis.
De rolstoeler kijkt dan direct omhoog om te zien of boven de ingang van het trappenhuis het rolstoelsymbool aangeduid wordt met de aanwijzing waar de lift gevonden kan worden. Die aanduiding is er niet. Navraag leert, dat aan de zijkant van het trappenhuis het bord is opgehangen. Het is op een plek die intuïtief niet voor de hand ligt en die velen dan ook niet zal opvallen. Kijkt u ook eens naar alles wat ervoor staat (krantenpaal, afvalbak).
Uiteindelijk vond ik de aanduiding; ik ben benieuwd of dit u zou zijn opgevallen als u op deze entree zou zijn afgelopen.
TIPS:
* zorg dat u uw voorzieningen voor de rolstoeltoegankelijkheid zichtbaar maakt met goede bewegwijzering;
* toets met een deskundige of u de bewegwijzering heeft aangebracht op een plek die voor rolstoelers logisch is en die zij (vanuit hun rolstoel) kunnen zien.
