Soms kom je situaties tegen waarvan je je afvraagt of de ontwerper en uitvoerder van het geheel er zelf wel eens gebruik van hebben gemaakt. Een goed voorbeeld hiervan is een deel van de nieuw aangelegde wijk Broekpolder.

In de weg bevinden zich telkens kleine hoogteverschillen die overbrugd worden met schuine randen. Die zijn echter zo kort en steil, dat de rolstoel-fietser (handbiker), maar ook fietsers telkens flink BOINK voelen als zij over zo’n rand heen moeten. Terwijl er natuurlijk ook gekozen had kunnen worden voor een veel geleidelijker verlopende rand, die meer comfort biedt en minder brokken oplevert.

Zou de ontwerper wel eens met een boodschappentas met beschuit of koekjes over deze drempel zijn gefietst? Of met een handbike deze weg hebben gereden? Of op de fiets met een kind in een stoeltje achterop deze opritten hebben gereden? Vast niet! Dan zou er namelijk direct gekozen zijn voor een andere drempel.

Het is nu aan de gemeente om dit op te lossen en het is dan jammer dat de extra kosten daarvoor door alle burgers opgebracht moeten worden. Want in 1 keer goed, kost vele malen minder! Het inwinnen van deskundig advies om ook dit aspect van het ontwerp rolstoelvriendelijk (en fietsvriendelijk) te maken, had veel geld (voor de gemeente én voor de burger met zijn verkruimelde koekjes), onnodig leed (pijn van de harde klappen waarmee men neerkomt) én ergernis bespaard. Ben benieuwd hoelang het duurt voordat dit wordt aangepast.

TIPS:

* toets ‘opritten’ in de doorgaande weg op dezelfde wijze als opritten naar trottoirs, zodat de hellingshoek voldoet aan de eisen en als begaanbaar wordt ervaren;

* bedenk u als ontwerper of u zelf dagelijks dit traject zou willen fietsen en er plezier aan zou beleven. Als het antwoord ‘ja’ is, dan heeft u het juiste ontwerp gekozen.