Bij elke supermarkt wordt er tenminste één kassa voorzien van een breder gangpad om rolstoelers en mensen met kinderwagens en rollators doorgang te bieden. Van hoofd-cassières weet ik dat bij AH de gulden regel geldt, dat zelfs als er maar één kassa open zou zijn, dat altijd de ‘rolstoelkassa’ dient te zijn.

Toen ik onlangs dan ook bij AH Beverwijk winkelde en de zaak wilde verlaten, verbaasde het mij dat ik een hermetisch afgesloten ‘rolstoelkassa’ aantrof door twee, met kettingen aan elkaar gebonden, winkelwagentjes. En direct rees de vraag hoe ik het pand dan wél kon verlaten.

Dat gevraagd aan de medewerkers werd met gemor alles losgemaakt, zodat ik erdoor kon. Eén van de collega’s die aan kwam lopen, wees mij erop dat dit allemaal niet nodig was ‘want er is nog een kassa met een breed gangpad’. Maar daar hangt niet het bekende ‘rolstoelkassa’-bordje boven…….. dus hoe kan de rolstoel-klant dat weten?

Wie eenmaal met de rolstoel een keer klem heeft gezeten in een te nauw gangpad, gaat niet in de rij staan wachten bij een van de andere kassa’s om -aangekomen bij de loopband- te ontdekken dat het gangpad te nauw is. Communicatie en organisatie blijken dus het sleutelwoord.

 

TIPS:

* hang boven élk verbreed kassa-gangpad het aanduidingsbord ‘rolstoelkassa’ op, zodat de rolstoelklant weet waar hij terecht kan

* informeer álle kassamedewerkers welke gangpaden verbreed zijn, zodat zij de rolstoelklant klantvriendelijk kunnen doorverwijzen naar de juiste kassa

* én houd vast aan de regel dat de ‘rolstoelkassa’ (die met dat aanduidingsbord) altijd open dient te zijn.