Het overkwam mij nu alweer in een Pathé-theater: je hebt er als rolstoeler geen zorgeloos avondje uit. Dat komt enerzijds doordat de panden zodanig zijn ingericht dat een rolstoeler niet echt adequaat verwelkomd kan worden en anderzijds door de te beperkt geïnformeerde en getrainde, (soms zelfs ongemotiveerde) medewerk(st)ers die de rolstoel-gast onvoldoende behulpzaam kunnen zijn.

Dit weblog gaat over rolstoeltoegankelijkheid van onder andere panden en daarom wil ik u om te beginnen graag laten zien waar Pathé qua inrichting van de panden kansen laat liggen:

1. in het oude pand van het Tuschinsky theater is het begrijpelijk dat er geschipperd moet worden binnen de architectonische mogelijkheden om rolstoeltoegang te bieden. Dat er nog voldoende creatief mee kan worden omgegaan heeft Theater Carré bewezen, doch dan dient de wil bij de directie aanwezig te zijn en vooral het besef dat voor het verwelkomen van rolstoelgebruikers andere vereisten aan het pand en de organisatie gesteld dienen te worden. Een paar voorbeelden:

a) de hoofdzaal van Tuschinsky loopt sterk af. Rolstoelers worden standaard achterin de zaal geplaatst, doch ook daar helt de vloer sterk. Het is heel onplezierig om sterk voorover hellend in de rolstoel te moeten zitten, zeker als het voor langere tijd is. In menige theaterzaal wordt dit opgelost door een wigvormige plaat ter plekke van de rolstoelplaatsen neer te leggen, al dan niet permanent. Hierdoor kan de rolstoeler toch recht zitten. Pathé biedt dit niet aan en heeft dit waarschijnlijk ook nog nooit bedacht; medewerkers weten het in ieder geval niet aan te bieden.

b) de hoofdentree / de toegang tot het gebouw dient rolstoeltoegankelijk te zijn. Als die (zoals bij Tuschinsky) dat niet is (er zit een trap met een aantal treden) en er een alternatieve ingang gebruikt dient te worden, dient die voorzien te zijn van een bel of zal er bij die ingang een medewerker aanwezig dienen te zijn of mee te lopen ernaar toe. Vermijd in ieder geval  dat de rolstoeler buiten moet wachten tot hij/zij wordt opgemerkt.

c) zoekend naar een oplossing om de rolstoeler toch naar de voorstelling te kunnen laten kijken, wordt uiteindelijk besloten om de rolstoel in het zij-gangpad te plaatsen. Nog steeds oncomfortabel, want sterk hellend, maar bovendien gevaarlijk want de rolstoel staat in een gangpad dat leidt naar een nooduitgang….  Dit mag natuurlijk nooit.

2. het nieuwe pand van Pathé Arena zou aan alle huidige eisen moeten voldoen, gezien de leeftijd van het pand. Over rolstoeltoegankelijkheid zou al in de bouw nagedacht dienen te zijn. Dat is absoluut niet het geval.

a) de entreehal wordt gedomineerd door de grote trap naar de filmzalen. Als rolstoeler wordt je niet opgemerkt en er komt niet vanzelfsprekend een medewerk(st)er naar je toe. Je moet vragen aan een andere bezoeker of die de medewerk(st)er die bovenaan de trap staat, wil waarschuwen. Uiteindelijk blijkt dat er een lift in het pand aanwezig is, waarvoor de rolstoeler met een medewerker door de gang met personeelsruimten en magazijnen (en dozen voorraad) dient te slalommen. Het was logischer geweest als er direct bij de bouw rekening was gehouden met de noodzaak van toegang tot de lift. Dan had een separate toegang tot de lift voor de rolstoelers aangelegd kunnen worden, die vanuit de bezoekersruimten rechtstreeks toegankelijk is.
b) Aangekomen bij de zaal blijkt dat er geen echte rolstoelplaatsen zijn. De plaats die is gecreëerd, is ontstaan door twee stoelen weg te halen in een rij. Hieruit blijkt duidelijk dat niet nagedacht is over rolstoelers en hun behoefte: een rolstoel kan alleen maar het pad ingereden worden maar niet gedraaid. Hierdoor dient de rolstoeler dus de hele voorstelling met gedraaid hoofd (haaks op het lichaam) naar het scherm te kijken; een zeer oncomfortabele houding.
c) Gevraagd naar een oplossing wordt aangeboden om in het gangpad te parkeren, doch ook hier is dat een gevaarlijke situatie; bij brand is daarmee een van de twee vluchtroutes van de zaal geblokkeerd. Ook dit mag natuurlijk niet. Hier is het des te opmerkelijker omdat het een nieuw pand betreft.

Samengevat kan geconcludeerd worden dat:

  1. rolstoeltoegankelijkheid begint met de wil om er rekening mee te willen houden
  2. er veel mogelijk is, mits er in een vroege fase van ontwikkeling/planvorming aan de rolstoeltoegankelijkheid deskundige aandacht wordt besteed
  3. simpele oplossingen (bijvoorbeeld een hellend oppervlak ‘egaliseren’ door een wigvormig (verplaatsbaar) plateau neer te leggen) een grote mate van klantentevredenheid kunnen realiseren
  4. het verstandig is een deskundige de daadwerkelijke rolstoeltoegankelijkheid te laten toetsen in de praktijk, om verrassingen bij uw medewerk(st)ers en teleurstellingen bij uw gasten te voorkomen
  5. de rolstoeltoegankelijkheid mede wordt vergroot door de houding van de medewerk(st)ers en de wijze waarop zij opgeleid zijn.